A system and process for efficiently determining absolute addresses for an
intermediate code model of an address space are described. A processor
interfaces to a main memory comprising a plurality of addressable
locations. Each such addressable location is referenced by an absolute
address having a maximum size directly proportional to the total number of
the addressable locations in the main memory. The absolute addresses form
the address space. Source code is supplied specifying program routines
which each include at least one reference to an absolute address within
the address space. A translator interfaces with the main memory and the
storage device. Object code is generated from the source code program
routines. Each such absolute address reference in the source code program
routines is instantiated with a code sequence for referencing a subset of
the address space. Each such absolute address in the address space subset
has a total size smaller than the maximum size and is directly
proportional to the total number of the addressable locations in the
address space subset. The absolute addresses in the address space subset
form the intermediate code model. The translated source code is stored
with the instantiated code sequence as object code for execution by the
processor.
Een systeem en een proces om absolute adressen voor een middencodemodel van worden een adresruimte efficiënt te bepalen beschreven. Een bewerker zet aan een hoofdgeheugen om bestaand uit een meerderheid van adresseerbare plaatsen. Elke dergelijke adresseerbare plaats wordt door een absoluut adres van verwijzingen voorzien dat een maximumgrootte direct evenredig aan het totale aantal adresseerbare plaatsen in het belangrijkste geheugen heeft. De absolute adressen vormen de adresruimte. De bron code wordt geleverd specificerend programmaroutines die elk minstens één verwijzing naar een absoluut adres binnen de adresruimte omvat. Een vertaler zet met het belangrijkste geheugen en de opslaggelegenheid om. De code van objecten wordt geproduceerd van de routines van het broncodeprogramma. Elke dergelijke absolute adresverwijzing in de routines van het broncodeprogramma wordt geconcretiseerd met een codeopeenvolging voor het van verwijzingen voorzien van een ondergroep van de adresruimte. Elk dergelijk absoluut adres in de ondergroep van de adresruimte heeft een totale grootte kleiner dan de maximumgrootte en is direct evenredig aan het totale aantal adresseerbare plaatsen in de ondergroep van de adresruimte. De absolute adressen in de ondergroep van de adresruimte vormen het middencodemodel. De vertaalde broncode wordt opgeslagen met de geconcretiseerde codeopeenvolging als objecten code voor uitvoering door de bewerker.