The invention relates to a handset for a radio telephone system, having a
front housing shell (2) and a rear housing shell (1) which can be
connected thereto. The handset has in its interior a locking device (22,
23) which, in a locking position, locks the housing shells (1, 2) to one
another and, in an unlocking position, releases the locking. In addition,
the handset also contains in its interior a blocking device (30, 32) which
prevents the locking device changing over automatically from the locking
position into the unlocking position. Activation of the blocking device
(30, 32) is possible only in a way which is as a rule difficult to
discover.
De uitvinding heeft op een zaktelefoon voor een radiotelefoonsysteem betrekking, dat voorhuisvestingsshell (2) en achterhuisvestingsshell (1) heeft die kunnen daaraan worden verbonden. De zaktelefoon heeft in zijn binnenland een sluitenapparaat (22, 23) dat, in een sluitenpositie, huisvestingsshells sluit (1, 2) aan elkaar en, in een het openen positie, geeft het sluiten vrij. Bovendien bevat de zaktelefoon in zijn binnenland ook een blokkerend apparaat (30, 32) dat het sluitenapparaat verhindert omschakelend automatisch van de sluitenpositie in de het openen positie. Activering van het blokkerende apparaat (30, 32) zijn mogelijk slechts op een manier wat in het algemeen moeilijk is te ontdekken.