A radio communications system (10) having a mobile station (30) and at
least two base stations (13, 14). ATM radio channels (31, 32) are provided
between the remote station and base stations. Each of the ATM channels
supports communication though ATM cells over a common frequency band. At
least one ATM node (21) is coupled to the base stations. A base station
controller (11) is coupled to the ATM node. The base station controller
has a combiner (303) for combining cell streams received from the first
and second base stations and an ATM signalling circuit (330) for sending
ATM commands to the ATM node for dividing cell streams at the ATM node to
the first and second base stations. The remote station (30) has a logic
unit (520) for combining cell streams received from the first and second
base stations during a handoff from the first base station to the second
base station.
Een radioverbindingensysteem (10) die een mobiel station (30) en minstens twee basisstations heeft (13, 14). de radiokanalen van ATM (31, 32) worden verstrekt tussen de verre post en de basisstations. Elk van ATM kanaliseert steunenmededeling hoewel de cellen van ATM over een gemeenschappelijke frequentieband. Minstens één knoop van ATM (21) wordt gekoppeld aan de basisstations. Een base station controller (11) wordt gekoppeld aan de knoop van ATM. De base station controller heeft een combine (303) voor het combineren van celstromen die van de eerste en tweede basisstations worden ontvangen en een signalerende kring van ATM (330) voor het verzenden van de bevelen van ATM naar de knoop van ATM voor het verdelen van celstromen bij de knoop van ATM aan de eerste en tweede basisstations. Verre post (30) heeft een logicaeenheid (520) voor het combineren van celstromen die van de eerste en tweede basisstations tijdens een handoff van het eerste basisstation aan het tweede basisstation worden ontvangen.