A method, system and computer program product are disclosed for morphing an
object from one class to another in an object oriented computing
environment implemented by a relational database. Object morphing
functionality is provided by first defining object classes, class
attributes, class relationships, objects, object attributes and object
relationships as tables of data in the relational database. In response to
user input representing a request to reassign one of the objects from one
class to another, a class identifier corresponding to the object in the
database tables is changed. The object's edge relationships with other
objects are then checked for continued validity and an error message is
generated if any such edge relationships are no longer valid. If the
object's edge relationships are valid, the attributes of the object are
modified to reflect the new class assignment. This includes maintaining
existing attributes that are carried over from the old class to the new
class (or superclasses thereof), adding new object attributes defined in
the new class but not in the old class (or superclasses thereof), and
deleting old object attributes defined in the old class but not in the new
class (or superclasses thereof).
Een methode, systeem en computerprogrammaproduct wordt onthuld voor het morphing van een voorwerp van één klasse aan een andere in een voorwerp georiënteerd gegevensverwerkingsmilieu dat door een relationele gegevensbank wordt uitgevoerd. Wordt de morphing functionaliteit van objecten verstrekt door eerste het bepalen objectklassen, klassenattributen, klassenverhoudingen, voorwerpen, objecten attributen en objecten verhoudingen als lijsten van gegevens in de relationele gegevensbank. In antwoord op ingevoerde gebruiker wordt het vertegenwoordigen van een verzoek om één van de voorwerpen van één klasse aan een andere opnieuw toe te wijzen, een klassenherkenningsteken dat aan het voorwerp in de gegevensbestandlijsten beantwoordt veranderd. De de randverhoudingen van de objecten met andere voorwerpen worden dan gecontroleerd voortdurende geldigheid en een foutenmelding wordt geproduceerd als zulk randverhoudingen niet meer geldig zijn. Als de de randverhoudingen van de objecten geldig zijn, worden de attributen van het voorwerp gewijzigd om op de nieuwe klassentaak te wijzen. Dit omvat het handhaven van bestaande attributen die van de oude klasse aan de nieuwe klasse (of superclasses daarvan) worden overgebracht, toevoegend nieuwe objecten attributen die in de nieuwe klasse maar niet in de oude klasse (of superclasses daarvan) worden bepaald, en het schrappen van oude objecten bepaalde attributen in de oude klasse maar niet in de nieuwe klasse (of superclasses daarvan).