A telephone line testing device detects the integrity of a telephone loop
connected to a subscriber's modular telephone jack. The device includes a
modular connector at a far end of a flexible electrically conductive
cable, the other end of the cable terminating in a circuit enclosure
housing a testing circuit. The testing circuit, when connected through the
cable and modular connector to the telephone line, presents a low
impedance to the line, drawing the line "offhook." The testing circuit
then tests the current potential of the line, and, if the current is
excessive, presents a visual indication thereof. If the tip and ring
signals of the telephone loop are reversed, reverse polarity is visually
indicated. Otherwise, if the tested current falls within a predefined
acceptable range, a visual indication that the telephone line is in
working order is provided.
Een telefoonlijn het testen apparaat ontdekt de integriteit van een telefoonlijn die met de modulaire de telefoonhefboom van een abonnee wordt verbonden. Het apparaat omvat elektrisch een modulaire schakelaar op een ver eind van een flexibele geleidende kabel, het andere eind van de kabel die in een kringsbijlage eindigt die een testende kring huisvest. De testende kring, wanneer verbonden door de kabel en de modulaire schakelaar met de telefoonlijn, stelt een lage impedantie aan de lijn voor, trekkend de lijn "offhook." De testende kring test dan het huidige potentieel van de lijn, en, als de stroom bovenmatig is, stelt daarvan een visuele aanwijzing voor. Als de uiteinde en ringssignalen van de telefoonlijn worden omgekeerd, is de omgekeerde polariteit visueel vermeld. Anders, als de geteste stroom binnen een vooraf bepaalde aanvaardbare waaier valt, wordt een visuele aanwijzing dat de telefoonlijn in het werk orde is verstrekt.