The invention relates to a method for implementing buffering in a
packet-switched telecommunications network. In the method, incoming data
units are received and stored in a logical queue in a buffer (BF)
comprising a plurality of memory locations, and data units are read out
from the memory location (FML) at the head of the queue at a predetermined
rate. In order to eliminate delay variations over desired connections by
as simple a method as possible, the traffic is divided into at least two
different classes in such a way that (a) the data units of one class are
stored in the first free memory location starting from the head of the
queue in each case, (b) feed points (FP; FP1 ... FP3) are provided for the
other classes at predetermined points in the middle of the queue formed by
the memory locations, one for each of the other classes, and (c) a data
unit belonging to one of said other classes is stored in the feed point
for said class when the memory location associated with said feed point is
free, and in the first free memory location after the feed point in the
queue when the memory location associated with said feed point is
reserved.
De uitvinding heeft op een methode om het als buffer optreden voor in een pakketgeschakeld telecommunicatienetwerk betrekking uit te voeren. In de methode, worden de inkomende gegevenseenheden ontvangen en in een logische rij in een buffer (BF) bestaand uit een meerderheid van geheugenplaatsen opgeslagen, en de gegevenseenheden worden voorgelezen van de geheugenplaats (FML) bij het hoofd van de rij aan een vooraf bepaald tarief. Om vertragingsvariaties over gewenste verbindingen door een zo eenvoudige methode te elimineren zoals mogelijk, is het verkeer verdeeld in minstens twee verschillende klassen zodanig dat (a) de gegevenseenheden van één klasse in de eerste vrije geheugenplaats opgeslagen worden die van het hoofd van de rij in elk geval begint, (b) de voerpunten (vriespunt; FP1... FP3) worden voor de andere klassen op vooraf bepaalde punten in het midden van de rij verstrekt die door de geheugenplaatsen wordt gevormd, voor elk van de andere klassen, en (c) een gegevenseenheid die tot één behoort van zei andere klassen in het voerpunt voor bovengenoemde klasse wanneer het geheugen wordt opgeslagen is vrij, en in de eerste vrije geheugenplaats na het voerpunt in de rij wanneer de geheugenplaats verbonden aan bovengenoemd voerpunt wordt gereserveerd.