An interface circuit has a circuit input. The circuit has a first
controlled amplifier combined with an at least resistive element. The
first amplifier provides at a first output a first output current
dependent on a voltage of the circuit input. The circuit also has a second
controlled current amplifier. The second amplifier provides at a second
output a second output current dependent on a current of the circuit
input. The second output is coupled to the first output. The circuit
further comprises a third controlled current with a third input. The third
input is coupled to the first and second outputs.
Een interfacekring heeft een kringsinput. De kring heeft een eerste gecontroleerde versterker die met een minstens weerstand biedend element wordt gecombineerd. De eerste versterker verstrekt bij een eerste output een eerste outputstroom afhankelijk van een voltage van de kringsinput. De kring heeft ook een ten tweede gecontroleerde huidige versterker. De tweede versterker verstrekt bij een tweede output een tweede outputstroom afhankelijk van een stroom van de kringsinput. De tweede output wordt gekoppeld aan de eerste output. De kring bestaat verder uit een ten derde gecontroleerde stroom met een derde input. De derde input wordt gekoppeld aan de eerste en tweede output.