A production pump & circulation tool (1, FIG. 1) used down-hole on the end of a production string (FIG. 10) including: a combined traveling valve assembly bottom connector (10) and fishing tool section (20, FIGS. 2A-2C) which engages griping pins (51) for twisting the tool and is associated with a traveling ball valve (11/12); a sleeve (30, FIGS. 3A-3C); peripherally spaced, "J" slots (43) in an outer member (40, FIGS. 4A-4C) in which guide pins (52) move changing the tool's state when one part is rotated about a longitudinal axis with respect to the other, causing it to longitudinally move with respect to the other under or against a biasing spring (81); a standing valve assembly (50, FIGS. 5A-5C) which carries at its top a projector for unseating the traveling ball valve and to which the pins are attached and which encloses a standing valve ball (50A) and carries its seat (50B); a combined bushing (60) and top spring seat (70, FIGS. 6A & 6B); a spring housing (80, FIGS. 7A & 7B); and a standing valve projector (90, FIGS. 8A & 8B) which can unseat the standing ball from its valve seat when the assembly 50 is lowered against the force of the spring. When in its pumping, "valve locked closed" disposition (FIGS. 10B-D) the tool acts, similar to a standard traveling ball and standing ball valve arrangement. However, when twisted and longitudinally moved into its activation, "valve locked open" disposition (FIG. 10E), treatment fluids can be injected from the surface into the well formation without avoiding pulling the tubing (106) or sucker rod (107) strings.

Een productiepomp & een omloophulpmiddel (1, fig. 1) gebruikte down-hole op het eind van een productiekoord (fig. 10) die omvat: een gecombineerde reizende de bodemschakelaar van de klepassemblage (10) en de sectie van het visserijhulpmiddel (20, FIG.. 2A-2C) welke in dienst neemt griping spelden (51) voor het verdraaien van het hulpmiddel en met een reizende kogelklep (11/12) geassocieerd; een koker (30, FIG.. 3A-3C); aan de rand uit elkaar geplaatst, groeven van "J" (43) in een buitenlid (40, FIG.. 4A-4C) in welke gids spelden (52) het veranderen van de staat bewegen van het hulpmiddel wanneer één deel over een longitudinale as met betrekking tot andere wordt geroteerd, veroorzakend het om zich in de lengte met betrekking tot andere onder of tegen de beïnvloedende lente (81) te bewegen; een bevindende klepassemblage (50, FIG.. 5A-5C) welke bij zijn bovenkant een projector voor het ten val brengen van de reizende kogelklep draagt en waaraan de spelden in bijlage zijn en die een bevindende klepbal (50A) insluit en zijn zetel (50B) draagt; een gecombineerde ring (60) en hoogste de lentezetel (70, FIG.. 6A & 6B); een de lentehuisvesting (80, FIG.. 7A & 7B); en een bevindende klepprojector (90, FIG.. 8A & 8B) welke de bevindende bal van zijn klepzetel kan ten val brengen wanneer assemblage 50 tegen de kracht van de lente wordt verminderd. Toen in zijn het pompen, de "klep sloot" regeling (fign. 10b-D) de hulpmiddelhandelingen sloot, gelijkend op een standaard reizende bal en een bevindende kogelklepregeling. Nochtans, wanneer verdraaid en in de lengte bewogen in zijn activering, de "klep open" regeling (fig. 10E) sloot, kunnen de behandelingsvloeistoffen van de oppervlakte in de putvorming worden ingespoten zonder het vermijden trekkend de buizenstelsel (106) of van de uitlopersstaaf (107) koorden.