A spectrophotometric instrument for conducting in vivo patient examinations
has a sensor which is applied to the patient target area, e.g. the
forehead, which includes a source for emitting electromagnetic energy e.g.
selected wavelengths in the near infrared range, such that the energy
passes through the underlying tissue and is emitted at other locations
spaced from the point of entry. The sensor also includes detectors for
receiving the resulting light energy at two or more such other locations
and sending corresponding signals to a processor for analysis, by which
characteristics of the tissue transmissed by the examination wavelengths
may be determined. Processing of such signals includes the contrasting of
detected intensity levels corresponding to a reference wavelength received
at one detection location with intensity signals representative of an
investigative wavelength also received at such location to determine a
first resultant signal, repeating the process for the same wavelengths at
another detection location, to thus determine another resultant signal,
and the contrasting of such two resultant signals. In a particular
application, the instrument is used to determine regional cerebral blood
oxygenation by processing the detection signals to obtain a first
resultant having a value proportional to the ratio of deoxygenated
hemoglobin with respect to oxygenated hemoglobin and then using the value
of such resultant to compute a further resultant having a value
proportional to the ratio of oxygenated hemoglobin with respect to the sum
of oxygenated hemoglobin and deoxygenated hemoglobin.
Een spectrofotometrisch instrument voor het leiden van levende geduldige onderzoeken heeft een sensor die wordt toegepast op het geduldige doelgebied, b.v. het voorhoofd, dat een bron voor het uitzenden van elektromagnetische energie b.v. geselecteerd golflengten in de dichtbijgelegen infrarode waaier omvat, dusdanig dat de energie door het onderliggende weefsel overgaat en bij andere plaatsen uitgezonden die van het punt van ingang uit elkaar worden geplaatst. De sensor omvat ook detectors voor het ontvangen van de resulterende lichte energie bij twee of meer dergelijke andere plaatsen en het verzenden van overeenkomstige signalen naar een bewerker voor analyse, waardoor de kenmerken van het weefsel door de onderzoeksgolflengten transmissed kunnen worden bepaald. De verwerking van dergelijke signalen omvat het tegenover elkaar stellen van ontdekte intensiteitsniveaus die aan een verwijzingsgolflengte beantwoorden die bij één opsporingsplaats wordt ontvangen met intensiteitssignalen representatief voor een onderzoeksgolflengte die ook bij dergelijke plaats wordt ontvangen een eerste resulterend signaal te bepalen, zo herhalend het proces voor de zelfde golflengten bij een andere opsporingsplaats, aan bepaalt een ander resulterend signaal, en het tegenover elkaar stellen van dergelijke twee resulterende signalen. In een bepaalde toepassing, wordt het instrument gebruikt om de regionale te bepalen hersenbloedoxygenatie door de opsporingssignalen te verwerken om eerste resulterend te verkrijgen hebbend een waarde evenredig aan de verhouding van hemoglobine met betrekking tot geoxydeerde hemoglobine en dan het gebruiken van de waarde van dergelijke resultante om een verdere resultante deoxygenated gegevens te verwerken die een waarde evenredig aan de verhouding van geoxydeerde hemoglobine met betrekking tot de som geoxydeerde hemoglobine heeft en hemoglobine deoxygenated.