A method for determining the concentration of an analyte in a biological
sample comprising the steps of:
(1) providing an optical measuring instrument that comprises at least one
thermally controllable optical measuring element that comes into contact
with the surface of the biological sample;
(2) applying an inert, thermally conductive, optically transparent coupling
agent to the at least one optical measuring element or to the surface of
the biological sample or both so that the coupling agent will be disposed
at the interface of the surface of the biological sample and the at least
one optical measuring element;
(3) measuring optical properties of the biological sample by means of the
optical measuring instrument; and
(4) correlating the optical properties of the biological sample with the
concentration of the analyte in the biological sample.
A coupling agent suitable for this invention must have several properties
to enable it to help decrease measurement variation, especially drift. One
of the most important properties is sufficiently high optical stability
that the optical properties of the coupling agent do not change even
during prolonged experiments, such as oral glucose tolerance tests.
Secondly, the coupling agent should have sufficiently high thermal
conductivity to allow fast, efficient heat transfer between the optical
probe and the biological sample. Third, the coupling agent should have
sufficiently high viscosity to prevent it from migrating from the
measurement area. Yet, it should also have sufficiently low viscosity to
allow sufficient contact between the optical probe and the biological
sample and to permeate into any small pockets between the probe and the
biological sample that would otherwise be filled with the air. Fourth, the
coupling agent should be inert. Material from the coupling agent should
not diffuse into the biological sample and material from the biological
sample should not diffuse into the coupling agent.
Een methode om de concentratie van analyte te bepalen die in een biologische steekproef uit de stappen bestaat van: (1) verstrekkend een optisch meetinstrument dat minstens uit één controleerbaar optisch metend element thermaal bestaat dat in contact met de oppervlakte van de biologische steekproef komt; (2) toepassend inert, thermaal geleidende, optisch transparante koppelingsagent op het minstens één optische metende element of op de oppervlakte van de biologische steekproef of allebei zodat de koppelingsagent bij de interface van de oppervlakte van de biologische steekproef en het minstens één optische metende element zal worden geschikt; (3) het meten van optische eigenschappen van de biologische steekproef door middel van het optische meetinstrument; en (4) correlerend de optische eigenschappen van de biologische steekproef met de concentratie van analyte in de biologische steekproef. Een koppelingsagent geschikt voor deze uitvinding moet verscheidene eigenschappen hebben om het toe te laten helpen metingsvariatie, vooral afwijking verminderen. Één van de belangrijkste eigenschappen is voldoende hoge optische stabiliteit geen die de optische eigenschappen van de koppelingsagent zelfs tijdens verlengde experimenten, zoals de mondelinge tests van de glucosetolerantie veranderen. Ten tweede, zou de koppelingsagent voldoende hoog warmtegeleidingsvermogen snel toe te staan, efficiënte hitteoverdracht tussen de optische sonde en de biologische steekproef moeten hebben. Ten derde, zou de koppelingsagent voldoende hoge viscositeit moeten hebben om het te verhinderen van het metingsgebied te migreren. Maar toch zou het voldoende lage viscositeit ook moeten hebben om voldoende contact tussen de optische sonde en de biologische steekproef en om in om het even welke kleine zakken tussen de sonde te doordringen en de biologische steekproef toe te staan die anders met de lucht zouden gevuld worden. Ten vierde, zou de koppelingsagent inert moeten zijn. Het materiaal van de koppelingsagent niet in de biologische steekproef moeten zou verspreiden en het materiaal van de biologische steekproef zou niet in de koppelingsagent moeten verspreiden.