Instrumenting a computer program includes examining an initial intermediate
representation of the program, selecting portions of the initial
intermediate representation for instrumentation, and instrumenting the
portions. Selecting the portions may include choosing portions of the
initial intermediate representation corresponding to pointer arithmetic
operations, operations that reads memory locations, operations that change
memory locations, and/or operations that causes program variables to
become defined or undefined within the program. Instrumenting the portions
may include adding run time code that provides a user with an indication
when a run time error occurs.
Het van instrumenten voorzien van een computerprogramma omvat het onderzoeken van een eerste middenvertegenwoordiging van het programma, het selecteren van gedeelten van de aanvankelijke middenvertegenwoordiging voor instrumentatie, en het van instrumenten voorzien van de gedeelten. Het selecteren van de gedeelten kan het kiezen van gedeelten van de aanvankelijke middenvertegenwoordiging omvatten die aan wijzer rekenkundige verrichtingen beantwoordt, verrichtingen die geheugenplaatsen, verrichtingen die geheugenplaatsen veranderen, en/of verrichtingen leest dat programmavariabelen om die binnen het programma worden bepaald of niet gedefiniƫerd veroorzaakt te worden. Het van instrumenten voorzien van de gedeelten kan het toevoegen van in werking gestelde tijdcode omvatten die een gebruiker van een aanwijzing voorziet wanneer een fout van de looppastijd voorkomt.