An electronic device has a connected device detection mechanism and receives a machine name from a peripheral device connected to the electronic device. If a program (or driver) corresponding to the machine name is not installed in the electronic device, the electronic device makes a request for installing the program. In a case where an external device is further connected to the peripheral device to thereby extend the features of the peripheral device, a hybrid machine name formed by combination of the peripheral device and the external device is acquired, and a program corresponding to the hybrid machine name is installed. If the features of the peripheral device are changed even though the peripheral device is identical, a corresponding program is installed without requiring that the user have special knowledge.

Een elektronisch apparaat heeft een verbonden mechanisme van de apparatenopsporing en ontvangt een machinenaam van een perifeer apparaat dat aan het elektronische apparaat wordt aangesloten. Als een programma (of de bestuurder die) aan de machinenaam niet geïnstalleerd in het elektronische apparaat zijn beantwoorden, dient het elektronische apparaat een verzoek om het programma in te installeren. In een geval waar een extern apparaat verder aan het perifere apparaat aan daardoor wordt aangesloten breid de eigenschappen van het perifere apparaat uit, wordt een hybride machinenaam die door combinatie van het perifere apparaat en het externe apparaat wordt gevormd verworven, en een programma dat aan de hybride machinenaam is beantwoordt geïnstalleerd. Als de eigenschappen van het perifere apparaat worden veranderd alhoewel het perifere apparaat identiek is, is een overeenkomstig programma geïnstalleerd zonder te vereisen dat de gebruiker speciale kennis heeft.

 
Web www.patentalert.com

< (none)

< Apparatus and method for data capsule generation

> Stabilized fluorosilicone transfer members

> (none)

~ 00023