An integrative DNA vector and one or more viral proteins having affinity
for DNA are packaged in cochleate precipitates. The integrative DNA vector
contains one or more therapeutic nucleotide sequences that are preferably
positioned between DNA substrates for the proteins. Upon contact with a
lipid bilayer of a target cell, the cochleate vector structure delivers
one or more of the therapeutic nucleotide sequences and one or more
proteins to the interior of the target cell. Upon entry into the cell, the
proteins facilitate the integration of the therapeutic nucleotide sequence
into the genome of the host cell.
Een integratievector van DNA en één of meerdere virale proteïnen die affiniteit voor DNA hebben worden verpakt in cochleateprecipitaten. De integratievector van DNA bevat één of meerdere therapeutische nucleotideopeenvolgingen die bij voorkeur tussen de substraten van DNA voor de proteïnen worden geplaatst. Op contact met een lipide bilayer van een doelcel, levert de cochleate vectorstructuur één of meer van de therapeutische nucleotideopeenvolgingen en één of meer proteïnen aan het binnenland van de doelcel. Op ingang in de cel, vergemakkelijken de proteïnen de integratie van de therapeutische nucleotideopeenvolging in het genoom van de gastheercel.