An apparatus and method for windlocking a curtain over an opening in a building is disclosed and claimed. The windlocking curtain can reside to the exterior or to the interior of the window, door or other opening and protects it from the intrusion of air, water or debris. In its upper position the windlocking curtain permits normal use of the opening and in its lower position it secures the opening. A flexible corrugated curtain has tension rods therethrough and the tension rods run in tracks on each side of the curtain and necessarily on each side of the opening. Interengagement of the tension rods with the tracks is accomplished by deformations in the rods that are referred to as interrupts. In one embodiment the rods are successively longer from top to bottom of the curtain and their interrupts matingly wedge with angled tracks to secure the curtain. In another embodiment the interrupts matingly engage parallel tracks upon the application of force due to wind, fluid (usually water or sea water) or debris. In another embodiment tension rods and interrupts are not used or necessary and a flap on the edges of a flexible curtain engage the side tracks absorbing shocking and sealing the opening. A method for securing the opening utilizing the apparatus is also claimed which provides top, bottom and side securement.

Een apparaat en een methode om een gordijn windlocking over het openen in een gebouw worden onthuld en geëist. Het windlocking gordijn kan aan de buitenkant of aan het binnenland verblijven van het venster, deur of andere het openen en beschermt het tegen het binnendringen van lucht, water of puin. In zijn hogere positie laat het windlocking gordijn normaal gebruik van het openen toe en in zijn lagere positie beveiligt het het openen. Een flexibel golfgordijn heeft daardoor spanningsstaven en de spanningsstaven die in sporen aan elke kant van het gordijn en noodzakelijk aan elke kant van het openen in werking worden gesteld. Interengagement van de spanningsstaven met wordt de sporen verwezenlijkt door misvormingen in de staven die worden doorverwezen naar zoals onderbreekt. In één belichaming zijn de staven opeenvolgend langer van boven tot onder van het gordijn en hun onderbreekt matingly wig met hoekige sporen om het gordijn te beveiligen. In een andere belichaming onderbreekt in dienst nemen matingly parallelle sporen op de toepassing van kracht toe te schrijven aan wind, vloeistof (gewoonlijk water of overzees water) of puin. In een andere belichaming onderbreekt de spanningsstaven en niet worden gebruikt of noodzakelijk en een klep op de randen van een flexibel gordijn neemt de zijsporen in dienst die het schokken absorberen en het openen verzegelen. Een methode om openen te beveiligen die de apparaten gebruikt wordt ook geëist welke bovenkant, bodem en zijsecurement verstrekt.