A memory management system couples processors to each other and to a main
memory. Each processor may have one or more associated caches local to
that processor. A system port of the memory management system receives a
request from a source processor of the processors to access a block of
data from the main memory. A memory manager of the memory management
system then converts the request into a probe command having a data
movement part identifying a condition for movement of the block out of a
cache of a target processor and a next coherence state part indicating a
next state of the block in the cache of the target processor.
Een systeem van het geheugenbeheer koppelt bewerkers aan elkaar en aan een hoofdgeheugen. Elke bewerker kan één of meerdere bijbehorende geheime voorgeheugens hebben lokaal aan die bewerker. Een systeemhaven van het systeem van het geheugenbeheer ontvangt een verzoek van een bronbewerker van de bewerkers om tot een blok van gegevens van het belangrijkste geheugen toegang te hebben. Een geheugenmanager van het systeem van het geheugenbeheer zet dan het verzoek in een sondebevel dat een deel van de gegevensbeweging een voorwaarde voor beweging van het blok identificeren uit een geheim voorgeheugen van een doelbewerker en een volgende deel heeft om die van de coherentiestaat op een volgende staat van het blok in het geheime voorgeheugen van de doelbewerker wijzen.