A cellular radio system comprises base stations and mobile stations. In
order to execute handover, there is chosen a group of potential new base
stations and estimated the carrier to interference ratio that each
potential new base station included in said group could offer. The carrier
to interference ratio can be estimated separately for real-time and for
non-real-time connections and/or for uplink and downlink connections.
Een cellulair radiosysteem bestaat uit basisstations en mobiele stations. Om overdracht uit te voeren, er verkozen een groep wordt potentiƫle nieuwe basisstations en schatte de drager aan interferentieverhouding die elk potentieel nieuw basisstation inbegrepen in bovengenoemde groep kon aanbieden. De drager aan interferentieverhouding kan afzonderlijk voor real time en voor niet-echt-tijdverbindingen en/of voor opstraalverbinding en neerstraalverbindingsverbindingen worden geschat.