A method is provided to address passive network devices in a
data-over-cable system. A "passive" network device, such as a printer,
facsimile machine, computer other network device, is a device that is
assigned a network address by the data-over-cable system and does not have
a Dynamic Host Configuration Protocol stack to obtain its own network
address. A network address assigned to a passive network device by the
data-over-cable system is stored in a configuration file for an active
network device such as a cable modem that is associated with the passive
network device. An active network device has a Dynamic Host Configuration
Protocol Stack to obtain a network address. The active network device is
initialized with the configuration file including the assigned network
address of the passive network device. The active network device registers
with a cable modem termination system by sending a registration message
that includes the assigned network address for the passive network device.
The active network device and the active network device termination system
store the network address for the active network device and the assigned
network address for the passive network device in internal tables. When
data for the passive network device is received on the cable modem
termination system it is forwarded to the active network device and then
forwarded to the passive network device using the internal tables on the
cable modem termination system and active network device. The active
network device functions as a router or switch to forward data to the
passive network device. The method allows passive network devices without
a Dynamic Host Configuration Protocol stack to be used in a
data-over-cable system.
Een methode wordt verstrekt om passieve netwerkapparaten in een gegeven-over-kabel systeem te richten. Een "passief" netwerkapparaat, zoals een printer, facsimilemachine, computer ander netwerkapparaat, is een apparaat dat een netwerkadres door het gegeven-over-kabel systeem wordt toegewezen en geen Dynamische stapel van het Protocol van de Configuratie van de Gastheer heeft om zijn eigen netwerkadres te verkrijgen. Een netwerkadres dat aan een passief netwerkapparaat door het gegeven-over-kabel systeem wordt toegewezen wordt opgeslagen in een configuratiedossier voor een actief netwerkapparaat zoals een kabelmodem die met het passieve netwerkapparaat wordt geassocieerd. Een actief netwerkapparaat heeft een Dynamische Stapel van het Protocol van de Configuratie van de Gastheer om een netwerkadres te verkrijgen. Het actieve netwerkapparaat wordt geïnitialiseerd met het configuratiedossier met inbegrip van het toegewezen netwerkadres van het passieve netwerkapparaat. Het actieve netwerkapparaat registreert met een de beëindigingssysteem van de kabelmodem door een registratiebericht te verzenden dat het toegewezen netwerkadres voor het passieve netwerkapparaat omvat. Het actieve netwerkapparaat en het actieve de beëindigingssysteem van het netwerkapparaat slaan het netwerkadres voor het actieve netwerkapparaat en het toegewezen netwerkadres voor het passieve netwerkapparaat in op interne lijsten. Wanneer het gegeven voor het passieve netwerkapparaat over het de beëindigingssysteem wordt ontvangen van de kabelmodem door:sturen het aan het actieve netwerkapparaat en aan het passieve netwerkapparaat gebruikend de interne lijsten aangaande het de beëindigingssysteem van de kabelmodem en het actieve netwerkapparaat dan door:sturen. Het actieve netwerkapparaat functioneert als router of schakelaar om gegevens aan het passieve netwerkapparaat te versturen. De methode laat passieve netwerkapparaten zonder een Dynamische stapel van het Protocol van de Configuratie van de Gastheer toe om in een gegeven-over-kabel systeem worden gebruikt.