In a mobile radio communication system, a transmitter of a base station
transmits broadcast information to receivers of mobile stations in the
form of frames. The transmitter produces a long frame composed of a
plurality of frames each including a first bit sequence and part of the
broadcast information following the first bit sequence, and a second bit
sequence located at the head of the long frame. Each of the first bit
sequences and the second bit sequence is used for establishing
synchronization between the transmitter and each of the receivers. Upon
receipt of the long frame from the transmitter, the receiver establishes
synchronization of the long frame based on the foregoing second bit
sequence.
In een mobiel radioverbindingssysteem, geeft een zender van een basisstation uitzendingsinformatie aan ontvangers van mobiele stations in de vorm van kaders door. De zender veroorzaakt een lang kader die uit een meerderheid van kaders elk met inbegrip van een eerste beetjeopeenvolging en een deel van de uitzendingsinformatie wordt samengesteld na de eerste beetjeopeenvolging, en een tweede beetjeopeenvolging die bij het hoofd van het lange kader wordt gevestigd. Elk van de eerste beetjeopeenvolgingen en de tweede beetjeopeenvolging wordt gebruikt voor het vestigen van synchronisatie tussen de zender en elk van de ontvangers. Op ontvangstbewijs van het lange kader van de zender, vestigt de ontvanger synchronisatie van het lange kader dat op de het onthouden zich van tweede beetjeopeenvolging wordt gebaseerd.