In the method and apparatus for controlling an intermittent recording
state, an operating mode is received from a user. The operating mode
indicates an operation period and a pause period, wherein operations are
performed on a tape medium during the operation period and no operation is
performed on the tape medium during the pause period. The pause period is
compared with a predetermined period of time, and if the pause period
exceeds the predetermined period of time, the tape medium is disengaged
from the recording/reproducing head of the recording/reproducing apparatus
during the pause period and/or the rotation of the recording/reproducing
head is stopped during the pause period.
In de methode en de apparaten om een intermitterende opnamestaat te controleren, wordt een werkende wijze ontvangen van een gebruiker. De werkende wijze wijst op een verrichtingsperiode en op een pauzeperiode, waarin de handelingen op een bandmiddel tijdens de verrichtingsperiode worden uitgevoerd en geen handeling op het bandmiddel tijdens de pauzeperiode wordt uitgevoerd. De pauzeperiode wordt vergeleken met een vooraf bepaalde tijdspanne, en als de pauzeperiode de vooraf bepaalde tijdspanne overschrijdt, wordt het bandmiddel losgemaakt van de opname/het reproduceren van hoofd van de opname/het reproduceren apparaten tijdens de pauzeperiode en/of wordt de omwenteling van de opname/het reproduceren van hoofd tegengehouden tijdens de pauzeperiode.