A flight control system includes a blending algorithm which evaluates the
current flight regime and determines the effectiveness of the flight
controls to effect the rotational moment of a hybrid vehicle about the
roll axis. Gain schedules for both roll cyclic and aileron control provide
a quantitative measure of control effectiveness. Based on the respective
gain schedules, the algorithm determines how much of the control commands
should be sent to each control surface. The result is that for a given
control command, the same amount of roll moment will be generated
regardless of flight regime. This simplifies the underlying flight control
law since the commands it generates are correct regardless of flight
regime.
Een vluchtleidingssysteem omvat een het mengen algoritme dat het huidige vluchtregime evalueert en de doeltreffendheid van de vluchtleiding bepaalt om het rotatieogenblik van een hybride voertuig over de broodjesas uit te voeren. Bereik programma's voor zowel cyclisch broodje als aileroncontrole verstrekken een kwantitatieve maatregel van controledoeltreffendheid. Gebaseerd op de respectieve aanwinstenprogramma's, bepaalt het algoritme hoeveel van de controlebevelen naar elke controleoppervlakte zou moeten worden verzonden. Het resultaat is dat voor een bepaald controlebevel, de zelfde hoeveelheid broodjesogenblik ongeacht vluchtregime zal worden geproduceerd. Dit vereenvoudigt de onderliggende vluchtleidingswet aangezien de bevelen het produceert ongeacht vluchtregime correct zijn.