An orientation regularizing apparatus for a lens-fitted photo film unit
aligns the unit in one line in a conveying direction. The unit is conveyed
in an erect position in one of four orientations. The apparatus
discriminates the particular unit's orientation. The unit is guided to one
of four conveying paths that correspond to the four orientations. In the
second path, the unit is turned over to exchange the front and rear
surfaces with one another, placing the unit regularly in a first
orientation. In the third path, the unit is turned over to exchange the
top and bottom surfaces with one another and to exchange the front and
rear surfaces with one another, setting the unit regularly in the first
orientation. In the fourth path, the unit is turned over to exchange the
top and bottom surfaces with one another, setting the unit regularly in
the first orientation.
Een richtlijn die apparaten voor een lens-gepaste eenheid van de fotofilm regulariseert richt de eenheid in één lijn in een vervoerende richting. De eenheid wordt vervoerd in een rechte positie in één van vier richtlijnen. Het apparaat onderscheidt de richtlijn van de bijzondere eenheid. De eenheid wordt geleid aan één van vier vervoerend wegen die aan de vier richtlijnen beantwoorden. In de tweede weg, wordt de eenheid omgekeerd om de voor en achteroppervlakten met te ruilen elkaar, regelmatig plaatsend de eenheid in een eerste richtlijn. In de derde weg, wordt de eenheid omgekeerd om de hoogste en bodems met elkaar te ruilen en de voor en achteroppervlakten met te ruilen elkaar, regelmatig plaatsend de eenheid in de eerste richtlijn. In de vierde weg, wordt de eenheid omgekeerd om de hoogste en bodems met te ruilen elkaar, regelmatig plaatsend de eenheid in de eerste richtlijn.