A networked camera includes an I/F circuit 17 so that it can be directly be
connected to a communication line L of the network. A computer connected
to the network can control the imaging operation of the camera independent
of any other computer. A desired network address can be attached to image
data to send to the communication line L, and image data can be
transferred to any other computer or device connected to the communication
line L.
Een genetwerkte camera omvat een I/F kring 17 zodat het direct kan zijn wordt verbonden met een communicatielijn L van het netwerk. Een computer die aan het netwerk wordt aangesloten kan de weergaveverrichting van de cameraonafhankelijke van een andere computer controleren. Een gewenst netwerkadres kan aan beeldgegevens worden vastgemaakt naar de communicatielijn L te verzenden, en de beeldgegevens kunnen naar een ander computer of apparaat worden overgebracht dat aan de communicatielijn L wordt aangesloten.