An on-vehicle computer includes a hardware timer. The hardware timer is
started when a vehicle accessory switch changes to its OFF position. A
suspending request is transmitted from a BIOS to an application program
and a BIOS timer is started when the vehicle accessory switch changes to
its OFF position. A suspending permission answer is returned from the
application program to the BIOS and an application program timer is
started in response to the suspending request. A first turn-OFF command is
generated when an elapsed time measured by the application program timer
reaches a first predetermined time interval (T2). The BIOS is enabled to
generate a suspending command in response to the suspending permission
answer. A second turn-OFF command is generated in cases where the
suspending permission answer continuously fails to be returned to the BIOS
until an elapsed time measured by the BIOS timer reaches a second
predetermined time interval (T1). Power supply to the main computer
portion is turned off in response to at least one of the first turn-OFF
command and the second turn-OFF command. Power supply to the main computer
portion is turned off in cases where the BIOS continuously fails to
generate the suspending command and the first turn-OFF command and the
second turn-OFF command continuously fail to be generated until an elapsed
time measured by the hardware timer reaches a third predetermined time
interval (T3).
Een op-voertuigcomputer omvat een hardwaretijdopnemer. De hardwaretijdopnemer is begonnen wanneer veranderingen van een voertuig de bijkomende schakelaar in zijn WEG plaatsen. Een het opschorten verzoek wordt overgebracht van BIOS aan een toepassingsprogramma en een BIOS tijdopnemer is begonnen wanneer de veranderingen van de voertuig bijkomende schakelaar in zijn WEG plaatsen. Een het opschorten toestemmingsantwoord is teruggekomen van het toepassingsprogramma op BIOS en een tijdopnemer van het toepassingsprogramma is begonnen in antwoord op het het opschorten verzoek. Een eerste productbevel wordt geproduceerd wanneer een verloop van tijd dat door de tijdopnemer van het toepassingsprogramma een eerste vooraf bepaald tijdinterval (T2) wordt gemeten bereikt. BIOS wordt toegelaten om een het opschorten bevel in antwoord op het het opschorten toestemmingsantwoord te produceren. Een tweede productbevel wordt geproduceerd in gevallen waarbij het het opschorten toestemmingsantwoord onophoudelijk om op BIOS er niet in slaagt zijn teruggekomen tot een verloop van tijd dat door de BIOS tijdopnemer wordt gemeten een tweede vooraf bepaald tijdinterval (T1) bereikt. De levering van de macht aan het belangrijkste computergedeelte wordt uitgezet in antwoord op minstens één van het eerste productbevel en het tweede productbevel. De levering van de macht aan het belangrijkste computergedeelte wordt uitgezet in gevallen waarbij BIOS onophoudelijk er niet in slaagt om het het opschorten bevel te produceren en het eerste productbevel en het tweede productbevel onophoudelijk er niet in slagen worden geproduceerd tot een verloop van tijd dat door de hardwaretijdopnemer een ten derde vooraf bepaald tijdinterval (T3) wordt gemeten bereikt.