A method of storing in a packet attributes associated with an object corresponding to a class that is part of an inheritance tree, each class in the inheritance tree including a storage method including an index parameter, includes the following steps: calling storage methods of parent classes, if any, incrementing the index parameter, placing a first free address in the packet into the packet at an address determined by the index parameter, and copying attributes of a current class into the packet from the first free address with an identifier of the current class. The storage method calls the storage method of the corresponding class with a null value of the index parameter.

Een methode om in een pakket op te slaan schrijft geassocieerd met een voorwerp dat aan een klasse beantwoordt die deel van een overervingsboom uitmaakt, elke klasse in de overervingsboom met inbegrip van een opslagmethode met inbegrip van een indexparameter, omvat de volgende stappen toe: roepend opslagmethodes van ouderklassen die, eventueel, de indexparameter verhogen, die een eerste vrij adres in het pakket in het pakket op een adres plaatst dat door de indexparameter, en het kopiëren attributen van een huidige klasse in het pakket van het eerste vrije adres met een herkenningsteken van de huidige klasse wordt bepaald. De opslagmethode roept de opslagmethode van de overeenkomstige klasse met een ongeldige waarde van de indexparameter.