Reactant air is drawn through a fuel cell stack (11) by a pump (38)
connected to the air exhaust manifold (29). The fuel exhaust (19, 43) may
be connected to the air exhaust (39) before either being released to
atmosphere through a duct (44), or consumed in a catalytic converter (47).
The fuel cell power plant may be disposed within a casing (52) so that the
fuel exhaust (55) and/or all fuel leaks may mix with the fresh incoming
air (56, 59) and be reacted on the cathode catalysts to form water. A fuel
cell (10c) may have a low profile configuration suitable for mounting
beneath the passenger compartment of an automobile.
De lucht van de reactant wordt door een stapel van de brandstofcel (11) door een pomp (38) getrokken die met verzamelleiding van de luchtuitlaat (29) wordt verbonden. De brandstofuitlaat (19, 43) kunnen met luchtuitlaat (39) worden verbonden vóór of wordt bevrijd aan atmosfeer door een buis (44), of wordt verbruikt in een katalytische convertor (47). De de machtsinstallatie van de brandstofcel kan binnen een omhulsel (52) worden geschikt zodat brandstofuitlaat (55) en/of alle brandstoflekken zich met de verse inkomende lucht kunnen mengen (56, 59) en op de kathodekatalysators aan vormwater worden gereageerd. Een brandstofcel (10c) kan een lage profielconfiguratie hebben geschikt om onder het passagierscompartiment van een auto op te zetten.