A semi-automatic leg binding attachment system includes a pair of infeed
guide plates leading towards and terminating in a pair of sew heads. To
align the garment as it is fed into the sew heads, a combination of
pneumatic garment aligners and active, mechanical garment aligners are
provided. The pneumatic garment aligners preferably include fine and
coarse pneumatic garment aligners attached to the infeed guide plates. A
central material blower blows downwards towards the garment to eliminate
folds and maintain garment tension against which the active, mechanical
aligners pull. Easy operator access during garment loading is provided by
devices which disengage the fine pneumatic aligners and the active,
mechanical aligners away from the infeed guide plates. To load the
garment, the operator lays the garment onto the infeed guide plates and
places a leading edge of the garment below material present/foot drop
sensors. During the sew cycle, a controller receives signals from
alignment detectors and material edge aberration detectors to control the
operation of the active, mechanical garment aligners and maintain correct
garment alignment. An end-of-garment detector stops the sew cycle.
Een halfautomatisch systeem van de been bindend gehechtheid omvat een paar platen die van de invoergids leiden naar en eindigend in een paar van naai hoofden. Om het kledingstuk te richten aangezien het in wordt gevoed naai hoofden, een combinatie pneumatische kledingstukaligners en actieve, mechanische kledingstukaligners worden verstrekt. Pneumatische kledingstukaligners omvatten bij voorkeur fijne en ruwe pneumatische kledingstukaligners in bijlage aan de platen van de invoergids. Een centrale materiƫle ventilator blaast naar beneden naar het kledingstuk om vouwen te elimineren en kledingstukspanning te handhaven waartegen actieve, mechanische aligners trekken. De gemakkelijke exploitanttoegang tijdens kledingstuklading wordt verleend door apparaten die fijne pneumatische aligners en actieve, mechanische aligners vanaf de platen van de invoergids losmaken. Om het kledingstuk te laden, legt de exploitant het kledingstuk op de platen van de invoergids en plaatst een voorrand van het kledingstuk onder materieel heden/van dalingsvoet sensoren. Tijdens naai cyclus, ontvangt een controlemechanisme signalen van groeperingsdetectors en de materiƫle detectors van de randaberratie om de verrichting van actieve, mechanische kledingstukaligners te controleren en correcte kledingstukgroepering te handhaven. Houdt een eind-van-kledingstuk detector tegen naait cyclus.