A looping detection apparatus used in a frame-relay communications system
and capable of detecting looping without fail through confirmation of link
completeness according to a two-way PVC status confirmation procedure. A
status enquiry message transmitting unit transmits a status enquiry
message with a first identification code carried at a predetermined
position of a signal by means of which the status enquiry message is
transmitted. On receiving the status enquiry message, a status response
message returning unit creates a status response message based on the
status enquiry message and sends the status response message back to a
first node with a second identification code carried at the predetermined
position. When a status enquiry message is received, a judging unit checks
the code carried at the predetermined position to determine whether or not
a loop has occurred in the channel between the first and second nodes, and
judges that a loop has occurred in the channel if the received message
carries the first identification code.
Een van een lus voorziend opsporingsapparaat dat in een kader-relais communicatie systeem wordt gebruikt en geschikt om het van een lus voorzien zonder te ontdekken ontbreekt door bevestiging van verbindingsvolledigheid volgens een bidirectionele procedure van de de statusbevestiging van pvc. Een bericht dat van het statusonderzoek eenheid overbrengt brengt een bericht van het statusonderzoek met een eerste identificatiecode die bij een vooraf bepaalde positie van een signaal wordt gedragen over door middel waarvan het bericht van het statusonderzoek wordt overgebracht. Bij het ontvangen van het bericht van het statusonderzoek, leidt een het bericht van de statusreactie het terugkeren eenheid tot een bericht van de statusreactie dat op het bericht van het statusonderzoek wordt gebaseerd en verzendt het bericht van de statusreactie terug naar een eerste knoop met een tweede identificatiecode die bij de vooraf bepaalde positie wordt gedragen. Wanneer een bericht van het statusonderzoek wordt ontvangen, controleert een oordelende eenheid de code die bij de vooraf bepaalde positie om te bepalen wordt gedragen al dan niet een lijn in het kanaal tussen de eerste en tweede knopen is voorgekomen, en beoordeelt dat een lijn in het kanaal is voorgekomen als het ontvangen bericht de eerste identificatiecode draagt.