A security entrance system for controlling access from an infeed area (98)
to a protected area (100) has a structure (24) defining a chamber disposed
between the infeed area and the protected area, with first doors (38) at
the infeed end of the chamber and second doors (46) at the protected area
end of the chamber. A person entering the protected area must pass through
a contraband detector such as a metal detector (90, 92) and enter the
chamber. If no alarm was provided by the detector, the doors allow exit
from the chamber into the protected area. If an alarm was provided by the
metal detector, the doors only allow the person to pass back from the
chamber into the infeed area and away from the protected area. The chamber
is weighed or otherwise examined after at least some cycles of operation
to assure that no contraband was concealed within the chamber.
Een systeem van de veiligheidsingang om toegang te controleren van een invoergebied (98) tot een beschermd gebied (100) heeft een structuur (24) bepalend een kamer die tussen het invoergebied en het beschermde gebied, met eerste deuren (38) op het invoereind van de kamer en tweede deuren (46) op het beschermde gebiedseind wordt geschikt van de kamer. Een persoon die het beschermde gebied ingaat moet door een contrabandedetector zoals een metaaldetector (90..92) overgaan en de kamer ingaan. Als geen alarm door de detector werd verstrekt, staan de deuren uitgang van de kamer in het beschermde gebied toe. Als een alarm door de metaaldetector werd verstrekt, staan de deuren slechts de persoon toe om van de kamer in het invoergebied en vanaf het beschermde gebied terug te geven. De kamer wordt gewogen of na minstens sommige cycli van verrichting anders onderzocht om te verzekeren dat geen contrabande binnen de kamer werd verborgen.