A lead has a flexible lead body which extends from a proximal end to a distal end. The lead body has a conductor coupled with an electrode. At least a portion of the flexible lead body includes a polymer of vinylidene fluoride, or a polymer of vinylidene fluoride and silicone rubber. The polymer of vinylidene fluoride includes, but is not limited to, a homopolymer, a copolymer, or a terpolymer.

Een lood heeft een flexibel loodlichaam dat zich van een proximaal eind tot een distaal eind uitbreidt. Het loodlichaam heeft een leider die aan een elektrode wordt gekoppeld. Minstens omvat een gedeelte van het flexibele loodlichaam een polymeer van vinylidene fluoride, of een polymeer van vinylidene fluoride en siliconerubber. Het polymeer van vinylidene fluoride omvat, maar is niet beperkt tot, een homopolymeer, een copolymeer, of terpolymer.