A library links to a compiled application using the following variation of load-time dynamic linking. At some point prior to linking, a user selects a library for linking to the compiled application. An association is made between the selected library and any external libraries referenced within the compiled application. For example, if the application is in Common Object File format, a new import table lists the selected library and the external libraries of the original import table. At link time, the selected library and the external libraries link to the compiled application. At load time, the application, selected library, and any external libraries load. When the selected library loads first, a function in the selected library performs operations before the application or external libraries load. A pointer references the list of libraries to be linked to the compiled application. The initial state of this pointer is archived. The linking process becomes reversible by restoring the initial state of the pointer and re-linking. By replacing the reference to the selected library with a reference to a second selected table, a second selected library links to the application. A data record associated with the selected library enables additional functionality of the selected library.

Een bibliotheek verbindt met een gecompileerde toepassing gebruikend de volgende variatie van lading-tijd dynamische aaneenschakeling. Op wat punt voorafgaand aan aaneenschakeling, selecteert een gebruiker een bibliotheek voor het verbinden met de gecompileerde toepassing. Een vereniging wordt tussen de geselecteerde bibliotheek gemaakt en om het even welke externe bibliotheken die binnen de gecompileerde toepassing van verwijzingen wordt voorzien. Bijvoorbeeld, als de toepassing in het Gemeenschappelijke formaat van het Dossier van Objecten is, maakt een lijst een nieuwe de invoerlijst van de geselecteerde bibliotheek en van de externe bibliotheken van de oorspronkelijke de invoerlijst. In verbindingstijd, verbinden de geselecteerde bibliotheek en de externe bibliotheken met de gecompileerde toepassing. Bij ladingstijd, de toepassing, de geselecteerde bibliotheek, en om het even welke externe bibliothekenlading. Wanneer de geselecteerde bibliotheek eerst laadt, voert een functie in de geselecteerde bibliotheek handelingen vóór de toepassing of de externe bibliothekenlading uit. Een wijzerverwijzingen de lijst van bibliotheken die met de gecompileerde toepassing moeten worden verbonden. De aanvankelijke staat van deze wijzer wordt gearchiveerd. Het aaneenschakelingsproces wordt omkeerbaar door de aanvankelijke staat van de wijzer te herstellen en opnieuw te verbinden. Door de verwijzing naar de geselecteerde bibliotheek met een verwijzing naar een tweede geselecteerde lijst te vervangen, selecteerde tweede bibliotheekverbindingen aan de toepassing. Een gegevensverslag verbonden aan de geselecteerde bibliotheek laat extra functionaliteit van de geselecteerde bibliotheek toe.