The bipolar electrochemical battery of the invention comprises: a stack of at least two electrochemical cells electrically arranged in series with the positive face of each cell contacting the negative face of an adjacent cell, wherein each of the cells comprises (a) a negative electrode; (b) a positive electrode; (c) a separator between the electrodes, wherein the separator includes an electrolyte; (d) a first electrically conductive lamination comprising a first inner metal layer and a first polymeric outer layer, said first polymeric outer layer having at least one perforation therein to expose the first inner metal layer, said first electrically conductive lamination being in electrical contact with the outer face of the negative electrode; and (e) a second electrically conductive lamination comprising a second inner metal layer and a second polymeric outer layer, said second polymeric outer layer having at least one perforation therein to expose the second inner metal layer, said second electrically conductive lamination being in electrical contact with the outer face of the positive electrode; wherein the first and second laminations are sealed peripherally to each other to form an enclosure including the electrodes, the separator and the electrolyte.

De bipolaire elektrochemische batterij van de uitvinding bestaat uit: een stapel minstens twee elektrochemische cellen schikte elektrisch in reeks met het positieve gezicht van elke cel die het negatieve gezicht van een aangrenzende cel contacteert, waarin elk van de cellen (a) uit een negatieve elektrode bestaat; (b) een positieve elektrode; (c) een separator tussen de elektroden, waarin de separator een elektrolyt omvat; (d) een eerste elektrisch geleidende laminering die uit een eerste binnenmetaallaag en uit een eerste polymere buitenlaag, bovengenoemde eerste polymere buitenlaag bestaat die minstens één perforatie hebben daarin om elektrisch de eerste binnenmetaallaag bloot te stellen, bovengenoemde eerste geleidende laminering die in elektrocontact met het buitengezicht van de negatieve elektrode zijn; en (e) een tweede elektrisch geleidende laminering die uit een tweede binnenmetaallaag en uit een tweede polymere buitenlaag, bovengenoemde tweede polymere buitenlaag bestaat die minstens één perforatie hebben daarin om elektrisch de tweede binnenmetaallaag bloot te stellen, bovengenoemde tweede geleidende laminering die in elektrocontact met het buitengezicht van de positieve elektrode zijn; waarin de eerste en tweede lamineringen aan de rand aan elkaar worden verzegeld om een bijlage met inbegrip van de elektroden, de separator en de elektrolyt te vormen.