The invention involves storing data on a storage medium without
fragmentation. A data conveyance system configures data for delivery to a
data storage system and associates a storage instruction with the data.
The storage instruction instructs the data storage system to store the
data without fragmentation. The data conveyance system then conveys the
data and the storage instruction to the data storage system. The data
storage system receives the conveyance and a controller reads the storage
instruction. The controller stores the data in contiguous storage
locations on the storage medium in accordance with the storage
instruction. If the storage medium is a disk, the data conveyance system
may configure the data for delivery to the data storage system by
generating a filesystem and combining the data and the filesystem to form
a partition file. The data conveyance system then associates the storage
instruction with the partition file and conveys the storage instruction
and partition file to the data storage system. The data storage system
controller formats the storage disk to include a new disk partition and
stores the partition file in the new disk partition. Alternatively, the
controller may first read the data storage disk to find contiguous storage
locations which are empty, and store the partition file only if sufficient
available storage locations are found. As a further alternative, the
controller may first de-fragment the storage disk to increase the number
of contiguous storage locations available for storage.
De uitvinding impliceert het opslaan van gegevens over opslagmiddelen zonder fragmentatie. Een systeem van het gegevensvervoer vormt gegevens voor levering aan een systeem van de gegevensopslag en associƫert een opslaginstructie met de gegevens. De opslaginstructie draagt het systeem van de gegevensopslag op om de gegevens zonder fragmentatie op te slaan. Het systeem van het gegevensvervoer vervoert dan de gegevens en de opslaginstructie aan het systeem van de gegevensopslag. Het systeem van de gegevensopslag ontvangt het vervoer en een controlemechanisme leest de opslaginstructie. Het controlemechanisme slaat de gegevens in aangrenzende opslagplaatsen over de opslagmiddelen overeenkomstig de opslaginstructie op. Als de opslagmiddelen een schijf zijn, kan het systeem van het gegevensvervoer de gegevens voor levering aan het systeem van de gegevensopslag vormen door een filesystem en combinerend de gegevens en filesystem te produceren om een verdelingsdossier te vormen. Het systeem van het gegevensvervoer associƫert dan de opslaginstructie met het verdelingsdossier en vervoert het van de opslaginstructie en verdeling dossier aan het systeem van de gegevensopslag. Het het systeemcontrolemechanisme van de gegevensopslag formatteert de opslagschijf om een nieuwe schijfverdeling te omvatten en slaat het verdelingsdossier in de nieuwe schijfverdeling op. Alternatief, kan het controlemechanisme de schijf van de gegevensopslag eerst lezen om aangrenzende opslagplaatsen te vinden die leeg, zijn en het verdelingsdossier opslaan slechts als de voldoende beschikbare opslagplaatsen worden gevonden. Als verder alternatief, kan het controlemechanisme DE-FRAGMENT de opslagschijf het aantal aangrenzende opslagplaatsen eerst verhogen beschikbaar voor opslag.