A color cathode ray tube includes a vacuum envelope comprised of a neck
portion having a circular cross section and a funnel portion having a
deflection yoke mounting region of pyramidal shape at a side which is
connected to said neck portion. In this color cathode ray tube, an
inflection edge in which an inner surface angle changes from an inner wall
of the deflection yoke mounting region to a panel portion side inner wall
of said funnel portion is formed on an inner surface of a funnel portion
at a panel portion side terminal end of the deflection yoke mounting
region, and an angle made by a straight line which passes through an
endmost face of the inflection edge and is perpendicular to the tube axis
and a tangent line at the endmost face is within 5.degree.-11.degree.. The
pyramidal deflection yoke mounting region has the inner wall opening
perpendicular to the tube axis direction formed in a pin cushion shape and
recesses having a curvature are formed at respective corners. The distance
between a first straight line which connects bottom portions of
neighboring recesses of the corner portions and a second straight line
which is in contact with a central point of an inner wall between the
neighboring corners and is parallel with the first straight line is not
more than 2.0 mm or preferably not more than 0.1 mm, provided that said
tube axis direction is taken as +.
Een kleurenkathodestraalbuis omvat een vacuĆ¼menvelop die van een halsgedeelte een cirkel dwarsdoorsnede hebben en een trechtergedeelte wordt samengesteld die een opzettend gebied van het afbuigingsjuk van pyramidal vorm hebben aan een kant die met bovengenoemd halsgedeelte wordt verbonden. In deze kleurenkathodestraalbuis, wordt een verbuigingsrand waarin veranderingen van een de binnenoppervlaktehoek van een binnenmuur van de afbuiging opzettend gebied aan een zij binnenmuur van het paneelgedeelte van bovengenoemd trechtergedeelte inspannen gevormd op een binnenoppervlakte van een trechtergedeelte op een zij eindeind van het paneelgedeelte van het opzettende gebied van het afbuigingsjuk, en een hoek die door een rechte lijn wordt gemaakt die door een laatstste gezicht van de verbuigingsrand overgaat en is loodrecht aan de buisas en een raaklijnlijn bij het laatstste gezicht is binnen 5.degree.-11.degree.. Het pyramidal opzettende gebied van het afbuigingsjuk heeft de binnenmuur openingsloodlijn voor de richting van de buisas die in een speldkussen wordt gevormd de recessen die een kromming hebben worden gevormd bij respectieve hoeken. De afstand tussen een eerste rechte lijn die bodemgedeelten naburige recessen van de hoekgedeelten en een tweede rechte lijn verbindt die in contact met een centraal punt van een binnenmuur tussen de naburige hoeken is en parallel met de eerste rechte lijn is is niet meer dan 2,0 mm of bij voorkeur niet meer dan 0,1 mm, op voorwaarde dat de richting zei van de buisas wordt genomen zoals +.