A nuclear magnetic resonance imaging technique is applied to objects undergoing translational motion for analysis of objects on a conveyor passing through an imaging unit. The objects are passed through the imaging module at a predetermined velocity (v), in which there is provided: a spatially uniform, constant magnetic field (B.sub.0) substantially parallel to the direction of the velocity (v); a linear magnetic field gradient (G.sub.z) substantially parallel to the direction of the velocity (v); and a radiofrequency field (B.sub.z) pulse transverse to field B.sub.0. Selected nuclear magnetic resonance parameters from said objects are then detected for subsequent imaging and analysis.

Een kern magnetic resonance imagingstechniek wordt toegepast op voorwerpen die vertalende motie voor analyse van voorwerpen op een transportband ondergaan die door een weergaveeenheid overgaat. De voorwerpen worden overgegaan door de weergavemodule bij een vooraf bepaalde snelheid (v), waarin er worden verstrekt: een ruimte eenvormig, constant magnetisch gebied (B.sub.0) vergelijkt wezenlijk aan de richting van de snelheid (v); een lineaire magnetisch veld gradiënt (G.sub.z) vergelijkt wezenlijk aan de richting van de snelheid (v); en een impuls van het radiofrequentiegebied (B.sub.z) transversaal aan parameters van de gebieds de B.sub.0. Geselecteerde nuclear magnetic resonance van bovengenoemde voorwerpen wordt dan ontdekt voor verdere weergave en analyse.