An attachment to a traffic light apparatus for indicating duration of a
current traffic light signal comprises a panel that consists of a
plurality of lamps which are electrically connected in parallel to a
source of power supply and are controlled by a clock signal from the
traffic light apparatus via a central processing unit and a controller.
Each lamp is connected to the power supply line via an individual relay,
the contacts of which are opened and closed under control of commands from
the aforementioned central processing unit via the controller. The
indication panel is divided into a plurality of color cells. Each cell
contains a lamp. On the oncoming traffic side each cell is closed with a
transparent color plate that defines the color of the light with which the
cell is illuminated when the lamp is lit. The color cells may have
different arrangements such as an alternating order in each row or the
same color of cells in each row with alternation of vertical or horizontal
rows. When a green light signal is switched on, at the initial moments
green lamps are lit in all the cells. With the laps of time, however, the
green lamps are switched off in a stepwise manner, e.g., from the top to
the bottom of the indication panel, so that a viewer sees a gradually
decreased rectangular green image.
Een gehechtheid aan een apparaat van het verkeerslicht om op duur van een huidig signaal van het verkeerslicht te wijzen bestaat uit een paneel dat uit een meerderheid van lampen bestaat die elektrisch tegelijkertijd parallel met een bron van machtslevering worden verbonden en door een kloksignaal van de apparaten van het verkeerslicht via een centrale verwerkingseenheid en een controlemechanisme gecontroleerd. Elke lamp wordt verbonden met de machtstoevoerlijn via een individueel relais, de contacten waarvan worden geopend en onder controle van bevelen van de voornoemde centrale verwerkingseenheid via het controlemechanisme gesloten. Het aanwijzingspaneel is verdeeld in een meerderheid van kleurencellen. Elke cel bevat een lamp. Aan de tegemoetkomende verkeerskant is elke cel gesloten met een transparante kleurenplaat die de kleur van het licht bepaalt waarmee de cel verlicht is wanneer de lamp wordt aangestoken. De kleurencellen kunnen verschillende regelingen zoals een afwisselende orde in elke rij of de zelfde kleur van cellen in elke rij met afwisseling van verticale of horizontale rijen hebben. Wanneer een groen lichtsignaal wordt ingeschakeld, op aanvankelijke ogenblikken worden de groene lampen aangestoken in alle cellen. Met de overlappingen van tijd, echter, zijn de groene lampen uitgeschakeld op een trapsgewijze manier, b.v., vanaf de bovenkant aan de bodem van het aanwijzingspaneel, zodat een kijker een geleidelijk aan verminderd rechthoekig groen beeld ziet.