A method for replacing a vessel in a piping system utilizes a template to
determine the relative spatial positions of the pipe connections to the
vessel in the existing system. The template is then removed from the
existing system and reassembled on the new vessel in a remote location to
determine the relative spatial position of the new pipe connections to the
new vessel to ascertain if alignment will exist between those new pipe
connections and the existing pipes in the system. If not, the pipe
connections on the new vessel are initially reworked in the remote
location to achieve alignment within connection tolerances. The pipes are
then cut at their respective connections to the old vessel, the old vessel
is removed, the new vessel is put in place in the system and the cut ends
of the pipes are connected to new connections on the new vessel to
complete the installation of the new vessel in the piping system. This
method, which may be utilized, for example, in replacing a steam generator
in the primary system of a nuclear energy plant, allows most of the rework
to be performed outside a radioactive environment and minimizes the amount
of maintenance downtime for the plant.
Een methode om een schip in een leidingensysteem te vervangen gebruikt een malplaatje om de relatieve ruimteposities van de pijpverbindingen aan het schip in het bestaande systeem te bepalen. Het malplaatje wordt dan verwijderd uit het bestaande systeem en op het nieuwe schip in een verre plaats opnieuw gebracht samen om de relatieve ruimtepositie van de nieuwe pijpverbindingen aan het nieuwe schip te bepalen om na te gaan als de groepering tussen die nieuwe pijpverbindingen en bestaande pijpen in het systeem zal bestaan. Als niet, worden de pijpverbindingen op het nieuwe schip aanvankelijk herwerkt in de verre plaats om groepering binnen verbindingstolerantie te bereiken. De pijpen worden dan gesneden bij hun respectieve verbindingen aan het oude schip, wordt het oude schip verwijderd, wordt het nieuwe schip gezet op zijn plaats in het systeem en de besnoeiingseinden van de pijpen worden verbonden met nieuwe verbindingen op het nieuwe schip om de installatie van het nieuwe schip in het leidingensysteem te voltooien. Deze methode, die kan worden gebruikt, bijvoorbeeld, in het vervangen van een stoomgenerator in het primaire systeem van een kernenergieinstallatie, laat het grootste deel van de herwerking toe om buiten een radioactief milieu worden uitgevoerd en minimaliseert de hoeveelheid onderhoudsonderbreking voor de installatie.