A method and apparatus for near vertical laying of a pipeline offshore by a
pipe laying vessel includes a tower to which is attached a strongback that
load pipe sections from a supply point on the vessel into the tower where
the lower end of the pipe section is welded onto the upper end of a pipe
line that extends into the sea while the strongback returns to the supply
point for a second pipe joint. Where the pipe section includes a bulky
item such as a valve assembly box, after the pipe section has been welded
to the pipeline the pipe section is moved generally horizontally out of
the tower and a hoisting cable lowers the pipe section to a predetermined
depth below the tower. The hoisting cable then returns the pipe section
and attached pipeline to their original position.
Een methode en een apparaat om dichtbij het verticale leggen van een pijpleiding door een pijp schip te leggen omvatten voor de kust een toren waaraan een strongback in bijlage is die de secties van de ladingspijp van een levering op het schip in de toren richten waar het lagere eind van de pijpsectie op het hogere eind van een pijplijn gelast is die zich in het overzees uitbreidt terwijl strongback op het leveringspunt voor een tweede pijpverbinding terugkomt. Waar de pijpsectie een omvangrijk punt zoals een vakje van de klepassemblage omvat, nadat de pijpsectie aan de pijpleiding is gelast wordt de pijpsectie bewogen over het algemeen horizontaal uit de toren en een het hijsen kabel vermindert de pijpsectie aan een vooraf bepaalde diepte onder de toren. De het hijsen kabel komt dan de pijpsectie en pijpleiding de in bijlage op hun originele positie terug.