Undesirable dissolved gas is removed from a liquid by pressurizing the liquid containing the undesirable dissolved gas therein. The liquid is then directed into a hydrocyclone having an inlet optimized for liquid particle movement through a liquid vortex stream created by the hydrocyclone. A preferred gas is injected into an evacuated central area of the liquid vortex stream for absorption therein. The pressure of the liquid is then lowered, such as by directing the liquid to a discharge tank, in order to remove a proportional amount of absorbed preferred gas and the undesirable dissolved gas from the liquid.

Het ongewenste opgeloste gas wordt verwijderd uit een vloeistof door de vloeistof onder druk te zetten die het ongewenste opgeloste gas daarin bevat. De vloeistof wordt dan in een hydrocycloon geleid die een inham heeft die voor vloeibare deeltjesbeweging wordt geoptimaliseerd door een vloeibare draaikolkstroom die door de hydrocycloon wordt gecreeerd. Een aangewezen gas wordt daarin ingespoten in een geëvacueerd centraal gebied van de vloeibare draaikolkstroom voor absorptie. De druk van de vloeistof wordt dan verminderd, zoals door de aan vloeistof aan een lossingstank opdracht te geven om een evenredige hoeveelheid geabsorbeerd aangewezen gas en ongewenst opgelost gas uit de vloeistof te verwijderen.