A cellular communication system has a number of cells covered by radio base
stations communicating with communication device. The communication
devices have a master timer for internally timing the communication
devices relative to a timing of the cellular communication system. The
master timer of a communication device is initially synchronized to a
timing reference of a radio base station that provides the currently best
communication link. Upon initial synchronization, the communication device
determines and stores a first channel profile of received multi-path
signals relative to the initial synchronization, and then enters a sleep
mode. In the sleep mode a timing reference that controls the master timer
is switched off. From the sleep mode, the communication device enters a
receive mode and switches on its timing reference. The communication
device then determines a second channel profile of received multi-path
signals, and derives a timing offset signal from a best fit obtained by
fitting the first channel profile to the second channel profile. Finally,
the communication device re-synchronizes the master timer on the basis of
the derived timing offset signal. The first and second channel profiles
are characteristic in time to a particular configuration of radio base
stations.
Een cellulair communicatie systeem heeft een aantal cellen die omvat door radiobasisstations met communicatie apparaat communiceren. De communicatie apparaten hebben intern een hoofdtijdopnemer voor timing de communicatie apparaten met betrekking tot een timing van het cellulaire communicatie systeem. De hoofdtijdopnemer van een communicatie apparaat is aanvankelijk gesynchroniseerd aan een timingsverwijzing van een radiobasisstation dat de momenteel beste communicatie verbinding voorziet. Op aanvankelijke synchronisatie, bepaalt het communicatie apparaat en slaat een eerste kanaalprofiel van ontvangen multipad-signalen met betrekking tot de aanvankelijke synchronisatie op, en gaat dan een slaapwijze in. Op de slaapwijze een timingsverwijzing die de hoofdtijdopnemer controleert is uitgeschakeld. Van de slaapwijze, gaat het communicatie apparaat in ontvangt wijze en inschakelt zijn timingsverwijzing. Het communicatie apparaat bepaalt dan een tweede kanaalprofiel van ontvangen multipad-signalen, en leidt een signaal van de timingscompensatie uit een geschikt beste af verkregen door het eerste kanaalprofiel aan het tweede kanaalprofiel te passen. Tot slot re-synchroniseert het communicatie apparaat de hoofdtijdopnemer op basis van het afgeleide signaal van de timingscompensatie. De eerste en tweede kanaalprofielen zijn kenmerkend op tijd aan een bepaalde configuratie van radiobasisstations.