An object-oriented interface is disclosed for conferring portability for
object-oriented programming to diverse operating systems on diverse
hardware platforms in a computer system. The object-oriented interface is
executable on a plurality of different computer platforms and includes
classes of object-oriented methods. The interface is responsive to the
object-oriented programming which instantiates its objects from its own
classes and invokes the object oriented methods of the interface.
Operating system specific, procedural program logic is compiled for use on
a given computer platform that includes given computer hardware and a
given procedural operating system which is executable on the hardware. A
determination is made if the object-oriented methods of the interface to
be invoked during runtime execution are present in the program memory of
the computer hardware. A runtime loader selectively loads into the program
memory any required object-oriented methods of the interface during
runtime before their invocation by the object-oriented programming. The
object-oriented interface thereby provides native system services to the
object-oriented programming from the given computer hardware and
procedural operating system.
Een object-oriented interface wordt onthuld voor het verlenen van portabiliteit voor object-oriented programmering aan diverse werkende systemen op diverse hardwareplatforms in een computersysteem. De object-oriented interface is uitvoerbaar op een meerderheid van verschillende computerplatforms en omvat klassen van object-oriented methodes. De interface is ontvankelijk voor de object-oriented programmering die zijn voorwerpen van zijn eigen klassen concretiseert en de voorwerp georiënteerde methodes van de interface aanhaalt. Logica van het werkend systeem wordt de specifieke, procedureprogramma gecompileerd voor gebruik op een bepaald computerplatform dat bepaalde computerhardware en een bepaald procedure werkend systeem omvat dat op de hardware uitvoerbaar is. Een besluit wordt opgesteld als de object-oriented methodes van de interface die tijdens runtime uitvoering moet worden aangehaald in het programmageheugen van de computerhardware aanwezig zijn. Een runtime lader laadt in het programmageheugen selectief om het even welke vereiste object-oriented methodes van de interface tijdens runtime vóór hun aanroeping door object-oriented te programmeren. De object-oriented interface verleent daardoor de inheemse systeemdiensten aan de object-oriented programmering van de bepaalde computerhardware en het procedure werkende systeem.