An object of the present invention is to avoid such a problem that white
dropouts and the Moire phenomenon occur in a filter-processed image. A
filter unit employed in an image processing apparatus provided within a
copying machine first selects as a pixel of interest any one of a
plurality of reversed density pixels which constitute an image to be
processed. Next, the filter unit uses density of this interest pixel
before being corrected, density of pixels located at peripheral portions
of this interest pixel, and a predetermined filter coefficient so as to
calculate a weighted average value for each of the density. Finally, the
filter unit compares the density of this interest pixel before being
corrected with the weighted average values to output as a corrected
density of this interest pixel, such a value approximated to a density
equivalent to a black level. Furthermore, the filter unit compares the
density of the interest pixel before being corrected with the
predetermined reference density and, only when the density before being
corrected is less than the reference density, it outputs the
above-described weighted average value as the corrected density of this
interest pixel irrespect to such a large/small relationship between the
density before being corrected and the weighted average value.
Een doel van de onderhavige uitvinding is een dergelijk probleem te vermijden dat het witte opgeven en het fenomeen van het Moiré in een filter-verwerkt beeld voorkomen. Een filtereenheid die in een apparaat wordt aangewend van de beeldverwerking dat binnen een het kopiëren machine wordt verstrekt selecteert eerst als pixel van belang om het even wie van een meerderheid van omgekeerde dichtheidspixel die een te verwerken beeld vormen. Daarna, gebruikt de filtereenheid dichtheid van dit rentepixel alvorens wordt verbeterd, dichtheid van pixel die bij randgedeelten van dit rentepixel worden gevestigd, en een vooraf bepaalde filtercoëfficiënt om een gewogen gemiddelde waarde voor elk van de dichtheid te berekenen. Tot slot vergelijkt de filtereenheid de dichtheid van dit rentepixel alvorens wordt verbeterd met de gewogen gemiddelde waarden aan output als verbeterde dichtheid van dit rentepixel, een dergelijke waarde aan een dichtheid gelijkwaardig aan een zwart niveau benaderde. Voorts vergelijkt de filtereenheid de dichtheid van het rentepixel alvorens wordt verbeterd met de vooraf bepaalde verwijzingsdichtheid en, slechts wanneer de dichtheid alvorens wordt verbeterd minder dan de verwijzingsdichtheid is, het output de hierboven beschreven gewogen gemiddelde waarde als verbeterde dichtheid van dit rentepixel irrespect aan een dergelijk groot/klein verband tussen de dichtheid alvorens wordt verbeterd en de gewogen gemiddelde waarde.