A quantum computer comprises a trench-isolated channel region formed in a
boron-doped silicon germanium layer which has narrow channel regions which
form tunnel barriers and wide channel regions which define first and
second quantum dots. Tunnelling between the first and second quantum dots
is controlled by a side gate and/or a surface gate. The quantum states
used to represent a qubit may be defined as .vertline.an excess hole on
the first quantum dot> and .vertline.an excess hole on the second
quantum dot>. A Hadamard Transformation U.sub.H of an initial state may
be effected by application of a pulse to the side or surface gate. The
first and second tunnel quantum dots are of unequal size which helps
decouple the quantum computer from the environment.
Een quantumcomputer bestaat uit een geul-geïsoleerd kanaalgebied dat in een borium-gesmeerde laag wordt gevormd van het siliciumgermanium die smalle kanaalgebieden heeft die de barrières van de vormtunnel en brede kanaalgebieden die eerst en tweede quantumpunten bepalen. Het een tunnel graven tussen de eerste en tweede quantumpunten wordt gecontroleerd door een zijpoort en/of een oppervlaktepoort. De quantumstaten die worden gebruikt om een qubit te vertegenwoordigen kunnen als vertline.an bovenmatig gat op de eerste quantumpunt en vertline.an bovenmatig gat op de tweede quantumpunt worden gedefinieerd. Een Hadamard Transformatie U.sub.H van een eerste staat kan door toepassing van een impuls op de kant of oppervlaktepoort worden uitgevoerd. De eerste en tweede tunnel quantumpunten zijn van ongelijke grootte die de hulp de quantumcomputer van het milieu loskoppelt.