A method and apparatus for identifying a target data sequence related to a given data sequence, if a related target data sequence exists. Either sequence may be of variable length. Target data sequences are stored in a virtual tree comprising a root, one or more virtual blocks and one or more leaves. Each leaf contains a target data sequence. A cell in the root corresponding to (e.g., having an index matching the value of) the first datum (e.g., a byte, word, character) identifies a virtual block, of variable size, which contains a node corresponding to (e.g., at a position matching the value of) the next datum of the sequence. Each node contains a home block identifier identifying its home virtual block and a next block identifier identifying either another virtual block or a leaf. Virtual blocks may have no empty nodes, and nodes of multiple virtual blocks may be interleaved.

Een methode en een apparaat om een opeenvolging van doelgegevens te identificeren hadden op een bepaalde gegevensopeenvolging betrekking, als een verwante opeenvolging van doelgegevens bestaat. Één van beide opeenvolging kan van veranderlijke lengte zijn. De de gegevensopeenvolgingen worden van het doel opgeslagen in een virtuele boom bestaand uit een wortel, uit één of meerdere virtuele blokken en uit één of meerdere bladeren. Elk blad bevat een opeenvolging van doelgegevens. Een cel in de wortel die aan (b.v., hebbend een index die de waarde aanpast van) beantwoordt het eerste gegeven (b.v., een byte, woord, karakter) identificeert een virtueel blok, van veranderlijke grootte, die een knoop bevat die aan (b.v., bij een positie die de waarde aanpast van) beantwoordt het volgende gegeven van de opeenvolging. Elke knoop bevat een herkenningsteken van het huisblok identificeert zijn huis virtueel blok en een volgende blokherkenningsteken identificeert of een ander virtueel blok of een blad. De virtuele blokken kunnen geen lege knopen hebben, en de knopen van veelvoudige virtuele blokken kunnen worden doorschoten.