A system and method for use in an implantable cardiac device permits the
monitoring of progression and regression in heart disease, such as
congestive heart failure. During a monitoring period, a sensing circuit
produces an electrogram signal of the patient's heart and a sound sensor
produces a phonocardiogram of the patient's heart. A processor determines
a predetermined characteristic of the heart sounds, such as amplitude,
time intervals between selected heart sounds, and time intervals between
selected heart sound and selected electrogram features for each cardiac
cycle occurring during a monitoring period. The predetermined
characteristics are thereafter averaged and stored in a memory for later
retrieval. Relative changes in the average time intervals over time
provides an indication of the progression or regression of the heart
disease.
Een systeem en een methode voor gebruik in een inplanteerbaar hartapparaat laten het toezicht op vooruitgang en regressie in hartkwaal, zoals congestiehartverlamming toe. Tijdens een controleperiode, veroorzaakt een ontdekkende kring een elektrogramsignaal van het hart van de patiënt en een correcte sensor veroorzaakt een phonocardiogram van het hart van de patiënt. Een bewerker bepaalt een vooraf bepaald kenmerk van de hartgeluiden, zoals omvang, tijdintervallen tussen geselecteerde hartgeluiden, en tijdintervallen tussen geselecteerd hartgeluid en geselecteerde elektrogrameigenschappen voor elke hartcyclus die tijdens een controleperiode voorkomt. De vooraf bepaalde kenmerken worden daarna het gemiddelde genomen en van in een geheugen voor recentere herwinning opgeslagen. De relatieve veranderingen in de gemiddelde tijdintervallen in tijd verstrekt een aanwijzing van de vooruitgang of de regressie van de hartkwaal.