A network server stores database tables for use in resolving labels into
network addresses as requested by a remote browser client. Each user has
an associated address-table which stores user defined labels associated
with network addresses. Users may access other user's address-tables if
such other users grant authority to do so. Each user defines the
address-tables to be searched, along with a search order, to be used when
the user requests that a label be resolved into a network address. During
address resolution, the server will resolve a received label into the
network address associated with the label as defined by the first accessed
address-table which contains the label. The search order as defined by the
user may be overridden for a particular address resolution request by an
appropriate user command. In various embodiment, the network addresses may
be WWW addresses and electronic mail addresses.
Een netwerkserver slaat gegevensbestandlijsten voor gebruik in het oplossen van etiketten in netwerkadressen op zoals die door een verre browser cliƫnt worden gevraagd. Elke gebruiker heeft een bijbehorende adres-lijst die de opslaggebruiker etiketten verbonden aan netwerkadressen bepaalde. De gebruikers kunnen tot de adres-lijsten van andere gebruiker toegang hebben als dergelijke andere gebruikers gezag om verlenen dit te doen. Elke gebruiker bepaalt de adres-lijsten die, samen met een te gebruiken onderzoeksorde moeten worden gezocht, wanneer de gebruiker verzoekt om dat een etiket in een netwerkadres wordt opgelost. Tijdens adresresolutie, zal de server een ontvangen etiket in het netwerkadres verbonden aan het etiket zoals die door de eerste betreden adres-lijst wordt bepaald oplossen die het etiket bevat. De onderzoeksorde zoals die door de gebruiker wordt bepaald kan voor een bepaald verzoek van de adresresolutie door een aangewezen gebruikersbevel worden met voeten getreden. In diverse belichaming, kunnen de netwerkadressen adressen WWW en elektronische postadressen zijn.