A disk drive stores data within a single track of a data storage disk at
two different lateral positions with respect to the track centerline. The
radial distance between the two lateral positions is preferably equal to
the lateral offset between the read and write elements of a corresponding
dual element transducer for the particular track. In a preferred approach,
some of the data sectors within selected tracks are designated to be
offset sectors. Data is written to these sectors at the offset position
rather than the standard write position for the disk drive. Data can then
be moved within a single track of the disk drive without having to perform
a microjog operation by reading from a data sector in the standard
location and then writing to an offset sector location.
Een schijfaandrijving slaat gegevens binnen één enkel spoor van een schijf van de gegevensopslag bij op twee verschillende zijposities met betrekking tot de spooras. De radiale afstand tussen de twee zijposities is bij voorkeur gelijk aan de zijcompensatie tussen gelezen en schrijft elementen van een overeenkomstige dubbele elementenomvormer voor het bijzondere spoor. In een aangewezen benadering, worden enkele gegevenssectoren binnen geselecteerde sporen aangewezen om gecompenseerde sectoren te zijn. Het gegeven wordt geschreven aan deze sectoren bij de compensatiepositie eerder dan de norm schrijft positie voor de schijfaandrijving. De gegevens kunnen dan binnen één enkel spoor van de schijfaandrijving zonder het moeten een microjoghandeling uitvoeren door lezing van een gegevenssector in de standaardplaats worden bewogen en dan het schrijven aan een plaats van de compensatiesector.