A method and apparatus for enabling any of a variety of devices to
communicate with each other over a common or universal protocol. In
general, a client device and a server device communicate with each other
over a communications link utilizes the common protocol. Initially, once a
communications link is established, the server device identifies itself to
the client device by sending a tag line message over the communications
link. Upon receiving the tag line message, the client then determines that
the server is capable of using the common protocol. The client device may
then initiate several requests including a service request, a type request
or a use request. If the client device initiates a service request, the
client simple uses the common protocol to request the service. In response
to receiving the service request, the server device performs the requested
service and provides a confirmation to the client device. If the client
device initiates a type request, the service device will respond by
providing information regarding the services the server device provides
and the device types supported by the server device. If the client device
initiates a use request for a particular service, the server device will
provide information to the client device that describes the necessary
parameters for invoking the particular service.
Een methode en een apparaat om om het even welk van een verscheidenheid van apparaten toe te laten om met elkaar over een gemeenschappelijk of universeel protocol te communiceren. In het algemeen, communiceren een cliëntapparaat en een serverapparaat met elkaar over een communicatie verbinding gebruiken het gemeenschappelijke protocol. Aanvankelijk, zodra een communicatie verbinding wordt gevestigd, identificeert het serverapparaat zich aan het cliëntapparaat door een bericht van de markeringslijn over de communicatie verbinding te verzenden. Op het ontvangen van het bericht van de markeringslijn, bepaalt de cliënt dan dat de server het gemeenschappelijke protocol kan gebruiken. Het cliëntapparaat kan verscheidene verzoeken met inbegrip van een de dienstverzoek, een typeverzoek of een gebruiksverzoek dan in werking stellen. Als het cliëntapparaat een de dienstverzoek in werking stelt, het cliënt eenvoudige gebruik het gemeenschappelijke protocol om om de dienst te verzoeken. In antwoord op het ontvangen van het de dienstverzoek, voert het serverapparaat de gevraagde dienst uit en verstrekt een bevestiging aan het cliëntapparaat. Als het cliëntapparaat een typeverzoek in werking stelt, zal het de dienstapparaat door informatie betreffende de diensten antwoorden te verstrekken het serverapparaat en de apparatentypes verleent die door het serverapparaat worden gesteund. Als het cliëntapparaat een gebruiksverzoek om de bepaalde dienst in werking stelt, zal het serverapparaat informatie aan het cliëntapparaat verstrekken dat de noodzakelijke parameters voor het aanhalen van de bijzondere dienst beschrijft.