The holder in particular for an electronic device, such as a mobile phone, a remote control, a palmtop or similar or an exhibition object, comprises a plate element (12) having an upper side, a lower side and a recess (36) formed in said plate element (12), said recess (36) being defined by a recess edge (38). Further, at least one stand flap (30) protruding from a first section (40) of the recess edge (38) and hingedly connected with said recess edge (38) is provided for supporting the plate element (12) on a surface. For gripping under an electronic device to be placed on the plate element (12) there is provided at least one undergripping flap (32) protruding from a second section (42) of the recess edge (38), said second section (42) being essentially located opposite the first section (40), and hingedly connected with the recess edge (38). A groove (48) or perforation (66,68,70) is arranged in the plate element (12) within the first section (40) of the recess edge (38) for hingedly connecting the stand flap (30) with the recess edge (38) for the purpose of moving the stand flap (30) beyond one of the two sides out of the plane of the plate element (12). Finally, a groove (50) or perforation (66,68,70) is arranged in the plate element (12) for hingedly connecting the undergripping flap (32) with the recess edge (38) for the purpose of moving the undergripping flap (32) beyond the other one of the two sides of the plate element (12) out of the plane of the plate element (12).

De houder in het bijzonder voor een elektronisch apparaat, zoals een mobiele telefoon, een verre controle, een palmtop of gelijkaardig of een tentoonstellingsvoorwerp, bestaat uit een plaatelement (12) die een hogere kant, een lagere kant heeft en een reces (36) dat in bovengenoemd plaatelement wordt gevormd (12) die, bovengenoemd reces (36) door een recesrand (38). verder wordt bepaald, wordt minstens één tribuneklep (30) die van een eerste sectie (40) van recesrand (38) uitpuilt en dat scharnierend aan bovengenoemde recesrand (38) wordt verbonden verstrekt voor het steunen van plaatelement (12) op een oppervlakte. Voor het grijpen onder een elektronisch apparaat dat op plaatelement (12) moet worden geplaatst er verstrekt minstens één undergripping klep (32) die van een tweede sectie (42) van recesrand uitpuilt wordt (38) die, bovengenoemde tweede sectie (42) hoofdzakelijk tegenover eerste sectie (40) wordt gevestigd, en die scharnierend aan recesrand (38) wordt verbonden. Een groef (48) of de perforatie (66.68.70) worden geschikt in plaatelement (12) binnen eerste sectie (40) van recesrand (38) voor scharnierend het verbinden van tribuneklep (30) aan recesrand (38) voor het bewegen van tribuneklep (30) voorbij één van de twee kanten uit het vliegtuig van plaatelement (12). Tot slot worden een groef (50) of de perforatie (66.68.70) geschikt in plaatelement (12) voor scharnierend het verbinden van undergripping klep (32) aan recesrand (38) voor het bewegen van undergripping klep (32) voorbij andere één van de twee kanten van plaatelement (12) uit het vliegtuig van plaatelement (12).