An intervertebral support device may include a body having opposing first
and second end faces, opposing top and bottom faces extending between the
first and second end faces, and opposing side faces extending between the
first and second end faces. A first diagonal direction may be defined
between a first vertical corner at the first end face and a diagonally
opposite second vertical corner at the second end face, and a second
diagonal direction defined between a second vertical corner at the first
end face and a diagonally opposite first vertical corner at the second end
face. The body may have a tapering height decreasing from the first end
face to the second end face, and while also tapering more quickly in the
first diagonal direction than the second diagonal direction to provide a
corrected angle of spinal curvature upon positioning between adjacent
vertebral bodies in a human spine.
Een tussenwervelsteunapparaat kan een lichaam omvatten die zich het verzetten eerst en tweede eindgezichten, het verzetten zich bovenkant en bodemgezichten heeft die zich tussen de eerste en tweede eindgezichten uitbreiden, en zich zijgezichten verzetten die zich tussen de eerste en tweede eindgezichten uitbreiden. Een eerste diagonale richting kan tussen een eerste verticale hoek bij het eerste eindgezicht en diagonaal tegenover tweede verticale hoek bij het tweede eindgezicht, en een tweede diagonale richting worden bepaald die tussen een tweede verticale hoek bij het eerste eindgezicht wordt bepaald en diagonaal tegenover eerste verticale hoek bij het tweede eindgezicht. Het lichaam kan een verminderende hoogte hebben die van het eerste eindgezicht aan het tweede eindgezicht vermindert, en terwijl ook sneller het verminderen in de eerste diagonale richting dan de tweede diagonale richting om een verbeterde hoek van ruggegraatskromming op het plaatsen tussen aangrenzende wervelorganismen in een menselijke stekel te verstrekken.