A service manager for managing services and objects called by browser
scripts is employed. The Web browser script is not in direct communication
with the service manager; instead, a connector object is mapped by the
script into the scripting space. For function calls that the script would
previously make to the service or object directly, the script makes a call
to a connector object. Depending on the browser brand, the connector
object is of a different format e.g., an ActiveX control or a Plug-In. The
first time such a connector object is created and mapped into a scripting
space, the service manager is initiated and all of the services and
objects that are managed by the service manager are loaded. The connector
object packages the function call to a service for interpretation by the
service manager. A script wrapper is a small object between the scripting
space and the connector object, and allows script to be written without
regard to different browser brands. The service manager then forwards the
service call to the corresponding service or object within its control.
The service then performs according to the call and information can flow
back to the script via the service manager and connector object e.g., an
ActiveX control interface or Plug-In interface. Services managed by the
service manager can also send information regarding events to the
scripting space by way of the service manager, the connector object, and
the script wrapper. An event handler can be implemented by the script
author if the event is of interest to the script. As a result of the
service manager managing the objects, the destruction and re-creation of
objects that typically occurs when objects are mapped directly into the
scripting space are avoided. All that is destroyed and re-created are the
communication channels (namely the connector object and the script
wrapper) between the scripting space and the services that are managed by
the service manager. This allows any state within the service to persist
across different Web pages, thereby improving users' browsing experience
and/or increasing the efficient use of computing resources.
Een de dienstmanager voor het beheren van diensten en voorwerpen die door browser manuscripten worden de geroepen is tewerkgesteld. Het browser van het Web manuscript is niet in directe communicatie met de de dienstmanager; in plaats daarvan, wordt een schakelaarvoorwerp in kaart gebracht door het manuscript in de scripting ruimte. Voor functievraag die het manuscript eerder aan de dienst of het voorwerp direct zou maken, telefoneert het manuscript een schakelaarvoorwerp. Afhankelijk van het browser merk, is het schakelaarvoorwerp van een verschillend formaat b.v., een controle ActiveX of een Elektrisch toestel. De eerste keer wordt een dergelijk schakelaarvoorwerp gecreeerd en in een scripting ruimte in kaart gebracht, wordt de de dienstmanager ingewijd en elk van diensten en bezwaar heeft die door de de dienstmanager worden geladen worden beheerd. Het schakelaarvoorwerp verpakt de functievraag aan de dienst voor interpretatie door de de dienstmanager. Een manuscriptomslag is een klein voorwerp tussen de scripting ruimte en het schakelaarvoorwerp, en laat manuscript toe om ongeacht verschillende browser merken worden geschreven. De de dienstmanager door:sturen dan de de dienstvraag aan de overeenkomstige dienst of voorwerp binnen zijn controle. De dienst presteert dan volgens de vraag en de informatie kan terug naar het manuscript via het van de de dienstmanager en schakelaar voorwerp b.v., een ActiveX controleinterface of Insteekinterface stromen. De diensten die door de de dienstmanager kunnen worden beheerd informatie betreffende gebeurtenissen naar de scripting ruimte als de de dienstmanager, het schakelaarvoorwerp, en de manuscriptomslag ook verzenden. Een gebeurtenismanager kan door de manuscriptauteur worden uitgevoerd als de gebeurtenis de rente van belang aan het manuscript is. Als resultaat van de de dienstmanager die de voorwerpen beheert, worden de vernietiging en de recreatie van voorwerpen die typisch voorkomt wanneer de voorwerpen direct in de scripting ruimte in kaart worden gebracht vermeden. Alles wat worden vernietigd en opnieuw gecreeerd zijn de communicatiekanalen (namelijk het schakelaarvoorwerp en de manuscriptomslag) tussen de scripting ruimte en de diensten die door de de dienstmanager worden beheerd. Dit staat om het even welke staat binnen de dienst toe om over verschillende Web-pagina's voort te duren, daardoor verbeterend het doorbladeren van gebruikers ervaring en/of het verhogen van het efficiƫnte gebruik van de gegevensverwerking van middelen.